Vlinders van Bosland

In Bosland vind je heel wat kleurrijke dag- en nachtvlinders. Hier vind je een oplijsting van de vlindersoorten die waargenomen werden.

Atalanta                                   
Vanessa atalanta

Deze zwarte vlinder met oranje en witte vlekken is bijna overal aanwezig. Het is een trekvlinder, waarvan onze populaties in het voorjaar worden aangevuld vanuit Spanje en Portugal. In het najaar trekt een deel van de vlinders terug naar het zuiden op sterke, zuidelijke winden op wel 2000 meter hoogte en meer. Het mannetje verdedigt een territorium dat elke dag verandert.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van onder meer vlinderstruik, koninginnenkruid, distel en klimop
Waardplanten rupsen: grote brandnetel
Vliegt: in twee generaties van midden maart tot eind november
Overwintert: als volwassen vlinder bij ons en als rups, in Zuid-Europa
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Bont dikkopje
Carterocephalus palaemon

Het bont dikkopje voelt zich bij ons thuis in vochtige open bossen en overgangen naar natte heiden. Hij komt toe met weinig nectar. Deze vlinder is vrij zeldzaam op Vlaams niveau.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van blauwe bosbes, dopheide, smeerwortel, …
Waardplanten rupsen: pijpestrootje
Vliegt: in één generatie van begin mei tot begin juni
Overwintert: als rups
Rode Lijst: Kwetsbaar in Vlaanderen

Bont zandoogje
Pararge aegeria

Het bont zandoogje houdt zich op in bossen, tuinen en langs hagen en houtkanten in open landschappen. Het is een algemene, mobiele vlinder. Afhankelijk van hun kleur en de temperatuur, verdedigen bepaalde mannetjes hun territorium, dat vaak bestaat uit een zonverlicht plekje in een bos. Bij het verdedigen zijn ze dan vaak vrij agressief. Andere mannetjes pakken het anders aan en patrouilleren, op zoek naar wijfjes.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van braam, maar ook honingdauw en sap van bloedende bomen
Waardplanten rupsen: grassen zoals boskortsteel, kropaar, kweek, gestreepte witbol
Vliegt: in drie generaties, van midden maart tot eind oktober
Overwintert: als pop of als halfvolgroeide rups. Niet alle rupsen groeien namelijk even snel: sommige individuen groeien wel driemaal sneller dan anderen.
Rode Lijst: Momenteel niet in gevaar

Boomblauwtje
Celastrina argiolus

Dit makkelijk te herkennen, mobiele vlindertje vliegt meestal vrij hoog, tussen de toppen van bomen en struiken. Je vindt hem bij struwelen in tuinen, parken, bossen en landbouwpercelen. Maar zijn favoriete habitat bestaat uit struwelen in vochtige heidegebieden. Het vrouwtje zet haar eitjes één voor één af op de bovenste takken van de waardplant. De rupsen produceren een zoete stof die mieren aantrekt.

 

Voedsel volwassen vlinder: honingdauw, sap van bloedende bomen, nectar van sporkehout, struikhei en koninginnekruid
Waardplanten rupsen: sporkehout, wegedoorn, klimop, grote kattenstaart, struikhei, hulst en vlinderstruik
Vliegt: in twee generaties van midden maart tot eind september
Overwintert: als pop
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Bruine eikenpage
Satyrium ilicis

De bruine eikenpage is een typische Kempense, weinig mobiele soort die je vooral aan bosranden, op open bospaden en kapvlakten zal vinden, met name als die zich in de nabijheid van heide bevinden. Ze danken hun naam aan het feit dat ze eieren leggen op jonge zomereiken, op 50 à 150 cm hoogte.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: vooral braam
Waardplanten rupsen: zomereik
Vliegt: in een generatie van midden juni tot begin augustus
Overwintert: als ei
Rode Lijst: ernstig bedreigd

Bruin blauwtje
Aricia agestis

Deze vlinder houdt van droge, vrij voedselarme bloemenrijke graslanden. Het bruin blauwtje wordt beschouwd als een weinig mobiele soort, maar heeft toch de neiging om snel nieuwe gebieden te koloniseren en is dus een pionierssoort.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van vooral gele kruiden waaronder jacobskruiskruid
Waardplanten rupsen: ooievaarsbek, reigersbek, geel zonneroosje
Vliegt: in twee generaties van midden april tot eind oktober
Overwintert: als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar in Vlaanderen. In Nederland heeft de soort echter de status ‘bijna in gevaar’.

Bruin zandoogje          
Maniola jurtina

Deze mobiele, zeer algemene vlinder wordt vaak gezien op open graslanden en ruigten op beschutte plekken.        

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: ondermeer nectar van jacobskruiskruid, distel, vlinderstruik en knoopkruid
Waardplanten rupsen: smalbladige grassen zoals grote vossenstaart, gewoon reukgras, kropaar, ruwe smele, rood zwenkgras en Engels raaigras
Vliegt: in één generatie van begin juni tot midden september
Overwintert: als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Citroenvlinder
Gonepteryx rhamni

Als je bij een boswandeling in het vroege voorjaar een fel, geel vlindertje ziet, mag je ervan uitgaan dat het een mannelijke citroenvlinder is. Het vrouwtje van deze wijdverspreide vlinder is lichter van kleur, soms bijna wit. Aan de onderkant zijn de vleugels lichtgroen. De citroenvlinder houdt zich vooral op op zonnige plaatsen in (open) bossen, langs bosranden, struwelen op braakliggende terreinen en houtwallen in landbouwgebied. Ook in parken en tuinen kom je hem tegen. Het is een zwerver bij uitstek, die grote afstanden kan afleggen. De citroenvlinder kan als volwassen vlinder wel elf maanden oud worden en is daarmee de langst levende vlinder in onze streken.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van planten zoals koninginnenkruid, vlinderstruik en grote kattenstaart
Waardplanten rupsen: sporkehout en wegedoorn, vooral dan jonge struiken op open, zonnige plaatsen
Vliegt: in één generatie van eind juni tot eind oktober en na overwintering van februari tot eind juni
Overwintert: als vlinder, in het struikgewas of in dichte graspollen
Rode Lijst: vroeger zeer algemeen, nu bijna in gevaar

Dagpauwoog
Aglais io

Deze roodbruine vlinder is misschien wel een van de makkelijkst herkenbare soorten. Dat heeft vooral te maken met de grote oogvlekken op zijn vier vleugels, een bijzonder efficiënte manier om roofdieren af te schrikken. Je kan de zeer mobiele dagpauwoog bovendien zowat overal tegenkomen, vooral op ruige graslanden en bloemrijke randen van bos- en heidegebieden, dijken, parken en tuinen. Met name in het najaar hebben ze veel nectar nodig, om een vetreserve aan te leggen waarop ze in de winter kunnen teren. De mannetjes eten meestal ’s ochtends, om dan hun territorium – een zonnig plekje in een hoekje van een haag of bosrand – te verdedigen.

Voedsel volwassen vlinder: nectar van o.a. de vlinderstruik, klaver, wilg, klimop, distel en koninginnenkruid
Waardplanten rupsen: grote brandnetel
Vliegt: in twee generaties van midden juni tot midden november en na overwintering van begin maart tot midden juni
Overwintert: als vlinder, op een vochtige en koele plaats in een boom of gebouw
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Distelvlinder
Vanessa cardui

De distelvlinder kan vrijwel overal gespot worden, al verschillen de aantallen enorm van jaar tot jaar. Het is een trekvlinder, die in het najaar naar Noord-Afrika vliegt om daar te overwinteren. In de namiddag verdedigt het mannetje zijn territorium vanop een zonnige plek in een lage vegetatie.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van de vlinderstruik, klaver, koninginnenkruid en distel
Waardplanten rupsen: distel en brandnetel
Vliegt: in twee generaties van begin mei tot eind oktober
Overwintert: in Noord-Afrika
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Eikenpage
Favonius quercus

Deze vlinder zal je vooral vinden aan bosranden en op open plekken in loofbossen en parken. Soms zoeken ze echter ook hun toevlucht tot grote, alleenstaande eiken. Eikenpages zijn doorgaans weinig mobiel, al worden ze soms wel op grote afstanden van bestaande populaties gespot.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: vooral honingdauw, maar soms dalen ze ook af om nectar te drinken. Vooral sporkehout is bij hen populair, maar ze bezoeken ook bloemen zoals braam en distel.
Waardplanten rupsen: zomereik
Vliegt: in één generatie van begin juni tot eind augustus
Overwintert: als ei
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Geelsprietdikkopje
Thymelicus sylvestris

Het geelsprietdikkopje is behoorlijk gulzig als het op nectar drinken aankomt. Je vindt hem op beschutte en vrij ruige graslanden, vaak aan bosranden en open plekken in bossen. De mannetjes verdedigen hun territorium vanop een hoge plek zoals een struik. Het zijn mobiele, maar vrij zeldzame vlinders.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van akkerdistel en braam
Waardplanten rupsen: allerlei grassen zoals gestreepte witbol, gladde witbol, geknikte vossenstaart, gewoon timoteegras en pijpenstrootje
Vliegt: in één generatie van midden mei tot eind augustus
Overwintert: als rups
Rode Lijst: kwetsbaar

Gehakkelde aurelia
Polygonia c-album

Deze mobiele vlinder is makkelijk herkenbaar aan haar grillige, bijzonder mooi gevormde vleugels. Je vindt de gehakkelde aurelia voornamelijk in open bossen en aan bosranden. De mannetjes verdedigen soms hun territorium vanaf zonnige, beschutte plekjes.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van distel, braam en wilgen
Waardplanten rupsen: grote brandnetel, maar ook hop, iep, aalbes en wilg
Vliegt: in twee generaties van eind mei tot eind oktober. Na overwintering vliegt hij opnieuw van begin maart tot eind mei.
Overwintert: als volwassen vlinder, laag bij de grond
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Gele luzernevlinder
Colias hyale

Deze trekvlinder voelt zich thuis op luzernevelden, kruidenrijke graslanden en ruigten. Het is een trekvlinder, die elk voorjaar uit Zuid-Europa arriveert. De gele luzernevlinder is zeer mobiel.

 

 

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van luzerne, klaver en slangenkruid
Waardplanten rupsen: allerlei vlinderbloemigen, voornamelijk luzerne
Vliegt: In sommige jaren arriveren ze al in april, waarna ze hier 1 of 2 generaties voortbrengen.
Overwintert: als halfvolgroeide rups in Zuid-Europa
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Groentje
Callophrys rubi

Dit weinig mobiele vlindertje is typisch voor de Kempen, maar is ook hier bedreigd. Het groentje houdt zich graag op in de buurt van vochtige en droge heide, struwelen, bosranden en kapvlakten. Het mannetje verdedigt zijn territorium vanop struikjes of kleine boompjes.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van sporkehout en gewone dophei
Waardplanten rupsen: gewone dophei, gaspeldoorn, brem, verfberm, blauwe bosbes, kleine veenbes, braam, sporkehout en struikhei
Vliegt: in één generatie van begin april tot eind juli
Overwintert: als pop
Rode Lijst: kwetsbaar

Groot dikkopje
Ochlodes sylvanus

Het groot dikkopje is te vinden op vrij vochtige graslanden, ruigten en heiden, vaak in de buurt van bossen en aan bosranden. Het mannetje doet aan patrouillevluchten, maar verdedigt ook zijn territorium, vaak vanop een nectarrijke plek op de overgang tussen twee verschillende vegetaties.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van gewone dophei, distel en braam
Waardplanten rupsen: allerlei breedbladige grassen zoals boskortsteel, kropaar, pijpenstrootje en duinriet
Vliegt: in een generatie van midden mei tot midden augustus
Overwintert: als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Groot koolwitje
Pieris brassicae

Het groot koolwitje is een veelvoorkomende vlinder, die vooral van de andere witjes zoals het kleine koolwitje en het klein geaderd witje te onderscheiden is dankzij zijn opvallende, zwarte vleugelpunten. Je kan hem vrijwel overal tegenkomen: aan bosranden, houtwallen, ruigten, (moes)tuintjes, parken en bloemrijke graslanden. Deze vlinders verplaatsen zich in de nazomer soms in grote groepen. Ze zijn erg mobiel en kunnen tot wel 50 à 100 km per dag afleggen. Vroeger werden weleens groepen koolwitjes aangetroffen die zo omvangrijk waren dat men sprak van ‘sneeuw in de zomer’ (1842, 1897, 1947 en 1950).

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van heel wat struiken en kruiden, zoals rode klaver, vlinderstruik en verschillende soorten distels
Waardplanten rupsen: kool, koolzaad, Oost-Indische kers, zeekool, wilde reseda, look-zonder-look
Vliegt: in drie generaties van begin april tot eind oktober
Overwintert: als pop, hangend aan takken, houten hekken en richels van woningen
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Grote vos
Nymphalis polychloros

Deze ernstig bedreigde vlinder fladdert vooral op open plekken in en aan de rand van vrij vochtige grote loofbossen. Hij legt zijn eitjes in de kruin van verschillende bomen en is zeer mobiel. Het mannetje verdedigt vaak zijn territorium vanop een warme plek aan een bosrand.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: vooral boomsappen en honingdauw, maar in het voorjaar ook nectar van wilgenkatjes
Waardplanten rupsen: vooral ruwe iep, maar ook zoete kers, wilg, ratelpopulier en berk
Vliegt: in één generatie van eind juni tot eind september. Na overwintering vliegt hij opnieuw, van begin februari tot eind juni.
Overwintert: als volwassen vlinder
Rode Lijst: ernstig bedreigd in Vlaanderen. Het gaat ook slecht met de populaties in Nederland en Groot-Brittannië.

Heideblauwtje
Plebejus argus

Deze soort houdt van vochtige en droge heide en is typisch voor de Kempen. Hij is al sinds de jaren ‘90 zeldzaam in Vlaanderen en recent verdwenen er veel populaties. Het heideblauwtje is weinig mobiel. Voor zijn voortbestaan is het verbinden van biotopen van absoluut levensbelang.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van gewone dophei en struikhei
Waardplanten rupsen: struikhei
Vliegt: in één generatie van begin juni tot midden september
Overwintert: als ei
Rode Lijst: bedreigd

Heivlinder
Hipparchia semele

De heivlinder kiest voor een open en afwisselend heidelandschap: droge heiden, duinen en droge, voedselarme graslanden. Je ziet hem vaak kort en snel vliegen. Het mannetje bewaakt zijn territorium vanaf een struik, boomstam of open zandplek. Deze soort is bedreigd, ook op Europees niveau, en heeft veel baat bij een goed heidebeheer.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van jacobskruiskruid, braam en struikhei. De heivlinders aan de kust drinken de nectar van blauwe zeedistel en lamsoor.
Waardplanten rupsen: fijn schapengras, rood zwenkgras, struisgras, vroege haver, bochtige smele en helm 
Vliegt: in een generatie van begin juli tot eind september
Overwintert: als halfvolgroeide rups in een graspol
Rode Lijst: bedreigd, ook op Europees niveau

Hooibeestje
Coenonympha pamphilus

Het hooibeestje zie je vaak in schrale wegbermen die voldoende nectar bieden. Zijn habitat bestaat dan ook uit structuurrijke en matig voedselarme graslanden met een lage vegetatie. Afhankelijk van de temperatuur vind je de mannetjes op een boom of struik om hun territorium te beschermen of patrouillerend op zoek naar een wijfje. De soort is niet erg mobiel. Het valt op dat sommige rupsen een pak sneller groeien dan anderen.

Voedsel volwassen vlinder: nectar van distel, duizendblad, klaver en struikhei
Waardplanten rupsen: smalbladige grassen zoals reukgras, zwenkgras, struisgras en beemdgras
Vliegt: in twee generaties van midden april tot midden oktober
Overwintert: als halfvolgroeide rups, die op warme dagen soms actief is
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

 

Icarusblauwtje
Polyommatus icarus

Dit vlindertje vinden we in matig voedselrijke graslanden. Ze zijn mobiel. Het mannetje bewaakt graag zijn territorium, maar ze patrouilleren ook. ’s Nachts hangen ze in groepjes met het hoofd naar beneden aan planten. Ook in stedelijke gebieden kan je dit blauwe vlindertje tegenkomen.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van gewone rolklaver, klaver en luzerne
Waardplanten rupsen: vooral gewone rolklaver, maar ook andere vlinderbloemigen zoals moerasrolklaver, hopklaver, kruipend stalkruid, witte klaver en kleine klaver
Vliegt: in twee of drie generaties van eind april tot begin september
Overwintert: als halfvolgroeide rups in een strooisellaag of onderaan tegen een stengel van de waardplant
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Klein geaderd witje
Pieris napi

Het klein geaderd witje houdt van vochtige graslanden, liefst aan bosranden. Dit vlindertje is meer gebonden aan natuurlijke planten dan het klein en groot koolwitje. De wijfjes moeten meermaals paren om voldoende bevruchte eitjes te hebben. Gelukkig is het een zeer mobiele soort.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van distel, braam en grote kattenstaart
Waardplanten rupsen: look-zonder-look, pinksterbloem, gewone raket, witte waterkers, herik, bittere veldkers, kool, gewoon barbarakruid en Oost-Indische kers
Vliegt: in drie generaties van begin april tot midden oktober
Overwintert: als pop
Rode Lijst: niet in gevaar

Klein koolwitje
Pieris rapae

Een van de meest voorkomende dagvlinders in Vlaanderen, die niet kieskeurig is als het op biotoop aankomt. De vlinder is dan ook zeer mobiel. Je ziet hem in ruigten, tuinen, parken, dijken, houtwallen, bloemrijke graslanden en aan bos- en akkerranden.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van heel wat verschillende planten, zoals kool, vlinderstruik, distels en grote kattenstaart
Waardplanten rupsen: kool, Oost-Indische kers en andere kruisbloemigen zoals herik, knopherik, look-zonder-look, pijlkruidkers en wilde reseda 
Vliegt: in drie generaties van midden maart tot eind oktober
Overwintert: als pop
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Kleine ijsvogelvlinder
Limenitis camilla

Deze typische bosvlinder vertoeft vooral op open plekken in vochtige loofbossen. De mannetjes verdedigen hun territorium vanuit hoge bomen langs brede bospaden.

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van braam en sporkehout
Waardplanten rupsen: wilde kamperfoelie
Vliegt: in één generatie van begin juni tot midden augustus. De laatste tijd wordt hij ook af en toe gespot in september, wat zou kunnen wijzen op een (kleine) tweede generatie.
Overwintert: als rups
Rode Lijst: bijna in gevaar

Kleine parelmoervlinder
Issoria lathonia

Een  vlinder die over grote afstanden zwerft, maar de voorkeur geeft aan voedselarme graslanden en braakliggende akkers. Deze vlinders zonnen vaak op open plekken op de grond of op een muur, maar vliegen weg wanneer ze benaderd worden.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van viooltjes, koninginnekruid, knoopkruid en slangenkruid
Waardplanten rupsen: verschillende soorten viooltjes. Vooral het duin-, akker- en driekleurig viooltje zijn populair.
Vliegt: in drie generaties van eind maart tot midden november
Overwintert: als rups
Rode Lijst: bijna in gevaar

Kleine vos
Aglais urticae

Deze zeer mobiele vlinder kom je praktisch overal tegen. Je ziet ze vaak al op de eerste zonnige dagen van het jaar: dat zijn de overwinteraars die weer tevoorschijn komen. De mannetjes gebruiken de voormiddag meestal om te eten en zonnen, terwijl ze in de namiddag een territorium verdedigen. Voor ze aan hun overwintering beginnen, drinken ze heel wat nectar om voldoende reserves op te bouwen.

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van vlinderstruik, wilg, braam, knoopkruid, koninginnekruid en distel
Waardplanten rupsen: grote brandnetel
Vliegt: in twee à drie generaties van eind mei tot begin november. Na overwintering vliegen ze weer van begin maart tot eind mei.
Overwintert: als vlinder op vochtige, koele plaatsen in gebouwen en holle bomen
Rode Lijst: bijna in gevaar

Kleine vuurvlinder
Lycaena phlaeas

Matig voedselrijke graslanden en heiden zijn de geliefde habitat van de kleine vuurvlinder. Deze mobiele soort is een van de enige Lommelse dagvlindersoorten die erop vooruit is gegaan sinds de jaren negentig. Het mannetje verdedigt zijn territorium vanaf een open stukje grond of een steen.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van struikhei, distels, klaver en jacobskruiskruid
Waardplanten rupsen: schapenzuring en veldzuring
Vliegt: in drie generaties van begin april tot eind oktober
Overwintert: als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Koevinkje
Aphantopus hyperantus

Het koevinkje houdt van relatief vochtige en beschaduwde graslanden met een vrij hoge, ruige vegetatie, bij voorkeur in de buurt van een bos. Deze weinig mobiele vlinder staat niet op de Rode Lijst, maar recent verdwenen er wel flink wat populaties in de Kempen.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van braam, distel en koninginnenkruid
Waardplanten rupsen: grassen zoals kropaar, boskortsteel, ruwe smele, kweek en beemdgras
Vliegt: in één generatie van begin juni tot midden augustus
Overwintert: als halfvolgroeide rups, die op minder koude dagen op zoek gaat naar eten
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Kommavlinder
Hesperia comma

De kommavlinder is zowel op Vlaams als Europees niveau bedreigd en komt sinds 1980 binnen Vlaanderen nog uitsluitend in de  Kempen voor. Hij leeft op voedselarme, droge graslanden en droge heiden met een heel lage vegetatie en hier en daar open plekken.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van struikhei, jacobskruiskruid, boerenwormkruid, koninginnenkruid, slangenkruid en knoopkruid
Waardplanten rupsen: voornamelijk fijn schapengras
Vliegt: in één generatie van eind juli tot midden september
Overwintert: als ei
Rode Lijst: bedreigd, ook op Europees niveau

Koninginnepage
Papilio machaon

Deze prachtige, opvallende vlinder is een graag geziene gast in heel wat tuinen. Hij is zeer mobiel en houdt van kruidenrijke, ruige graslanden en ruigten. De mannetjes en wijfjes ontmoeten elkaar vaak op hoge plekken in het landschap, zoals mijnterrils. Doordat hij vaak moestuintjes gebruikt om eieren af te zetten, kan je de rups van de koninginnepage wel eens in je eigen tuin aantreffen. Je herkent de rupsen dan makkelijk aan het zwart met oranje patroon.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van distel, klaver, slangenkruid en vlinderstruik
Waardplanten rupsen: peen, venkel, gewone engelwortel, melkeppe, dille en kleine bevernel
Vliegt: in twee generaties van begin april tot eind september
Overwintert: als pop
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Landkaartje
Araschnia levana

Ruigten, graslanden en open bossen: dat zijn de typische gebieden waar je het landkaartje kan tegenkomen. Het is een zeer mobiele soort.

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van schermbloemigen zoals gewone berenklauw, gewone engelwortel en peen, maar braam, distels en koninginnenkruid
Waardplanten rupsen: grote brandnetel
Vliegt: in twee of drie generaties van begin april tot eind september
Overwintert: als pop
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Oranje luzernevlinder
Colias crocea

Luzernevelden, kruidenrijke graslanden en ruigten vormen de geliefde habitat van de oranje luzernevlinder, maar dankzij zijn grote mobiliteit kan je hem vrijwel overal tegenkomen. Het is een trekvlinder die vanaf midden mei in ons land arriveert. De aantallen variëren sterk van jaar tot jaar.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: onder andere nectar van luzerne, klaver en distels
Waardplanten rupsen: luzerne, klaver en wikke
Vliegt: arriveert in mei, en vliegt dan hier in twee generaties tot eind oktober
Overwintert: als rups in Zuid-Europa
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Oranje zandoogje
Pyronia tithonus

Het oranje zandoogje , dat zich vooral ophoudt aan graslanden en wegbermen met vrij hoge vegetatie, is er sinds de jaren ’90 op vooruit gegaan. Het mannetje verdedigt geen territorium, maar patrouilleert voortdurend op zoek naar wijfjes.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van koninginnenkruid, braam, distel, gewone dophei en struikhei
Waardplanten rupsen: fijnbladige grassen zoals kropaar, rood zwenkgras, gewoon struisgras, grote vossenstaart en kweek
Vliegt: in een generatie van eind juni tot begin september
Overwintert: vanaf midden oktober als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Oranjetipje
Anthocharis cardamines

Het oranjetipje houdt van vochtige graslanden, meestal aan bossen. Deze mobiele soort overwintert als pop en is er blijkbaar toe in staat om het verpoppen bij slechte omstandigheden één of twee jaar uit te stellen. De rupsen vertonen kannibalistische trekjes: met name op kleinere waardplanten zal dan ook slechts één individu overleven.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van pinksterbloemen en look-zonder-look
Waardplanten rupsen: vooral pinksterbloem en look-zonder-look, maar ook andere kruisbloemigen zoals gewone raket, gewoon barbarakruid, raapzaad, herik en bittere veldkers
Vliegt: in één generatie van begin april tot begin juni
Overwintert: als pop
Rode Lijst: momenteel niet in gevaar

Veldparelmoervlinder
Melitaea cinxia

De veldparelmoervlinder houdt van voedselarme graslanden en is sinds de jaren ’90 zeer zeldzaam geworden in Vlaanderen. Ook op Europees vlak is deze mobiele vlinder bedreigd. Het is een typische Kempensoort.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van margriet en muizenoor
Waardplanten rupsen: smalle weegbree
Vliegt: in één generatie van eind april tot begin juni
Overwintert: als halfvolgroeide rups
Rode Lijst: ernstig bedreigd

Zwartsprietdikkopje
Thymelicus lineola

Dit mobiele vlindertje heeft als habitat graslanden met vrij hoge en ruige vegetatie, zoals wegbermen en brede bospaden. De mannetjes patrouilleren vaak, maar verdedigen ook hun territorium. Ze zijn kwetsbaar op Vlaams niveau.

Voedsel volwassen vlinder: nectar van moerasrolklaver, jacobskruiskruid, braam, slangenkruid en akkerdistel
Waardplanten rupsen: allerlei grassen zoals kropaar, gladde witbol, gewoon timoteegras, kweek en grote vossenstaart
Vliegt: in één generatie van begin juni tot midden september
Overwintert: als ei
Rode Lijst: kwetsbaar

 


Dagactieve nachtvlinders

Sommige nachtvlinders zijn ook overdag actief. Hier volgt een opsomming van enkele soorten die je wel eens kunt tegenkomen.

Kolibrievlinder
Macroglossum stellatarum

Deze vlinder heeft zijn naam niet gestolen: hij kan net als een kolibrie stil blijven hangen in de lucht door heel snel met zijn vleugels te slaan, terwijl hij nectar uit een bloem zuigt. Tot tien jaar geleden was dit een zeldzame verschijning in onze contreien, maar nu wordt hij vaak gespot in tuinen. Het is een trekvlinder die overwintert in Zuid-Europa en Noord-Afrika, maar in de zomer soms in groten getale naar Vlaanderen en Nederland afzakt. Zo werden er in 2006 in Nederland maar liefst 3500 kolibrievlinders geteld.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van allerlei planten met buisvormige bloemen
Waardplanten rupsen: meekrap en walstro
Vliegt: van februari tot november, maar je zal hem vooral zien in juli en augustus
Overwintert: in Zuid-Europa en Noord-Afrika
Rode Lijst: staat opgenomen als ‘trekvlinder’

Gamma-uil
Autographa gamma

Deze trekvlinder uit het Middellandse Zeegebied is zeer algemeen, en kan overal worden aangetroffen. Hij wordt regelmatig in tuinen gezien.

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van verschillende soorten bloemen
Waardplanten rupsen: allerlei kruidachtige planten, zoals braam, walstro, klaver, brandnetel en landbouwgewassen zoals aardbei, tomaat, erwt, kool en bonen
Vliegt: in meerdere generaties van april tot oktober
Overwintert: trekt in de winter in principe naar het Middellandse Zeegebied, maar wordt soms ook hier gespot in de wintermaanden.
Rode Lijst: niet bedreigd

Sint-Jansvlinder
Zygaena filipendulae

Deze zeer algemene vlinder wordt, omwille van het gelijkaardig uiterlijk, nogal eens verward met de Sint-Jacobsvlinder. Je vindt hem op bloemrijke graslanden, wegbermen, kalkgraslanden, weilanden, brede bospaden en duinen. De mannen patrouilleren vaak op zoek naar wijfjes.

 

 

 

Voedsel volwassen vlinder: nectar van o.a. distels
Waardplanten rupsen: gewone rolklaver en moerasrolklaver
Vliegt: in één generatie van eind mei tot eind augustus
Overwintert: als rups
Rode Lijst: niet bedreigd

Sint-Jacobsvlinder
Tyria jacobaeae

Deze opvallende vlinder wordt vaak verward met de Sint-Jansvlinder. Het is een vrij algemene vlinder die zowel ’s nachts als overdag actief is en zich vooral ophoudt in duinen, heiden en andere open plaatsen zoals bosranden, moerassige gebieden en tuinen. De opvallende rupsen kenmerken zich door hun zebrapatroon van zwarte en gele strepen.

 

Voedsel volwassen vlinder: eens volwassen, eet de sint-jacobsvlinder nooit. Hij heeft dan ook geen roltong.
Waardplanten rupsen: jakobskruiskruid en andere soorten kruiskruid
Vliegt: in één generatie van begin april tot half augustus
Overwintert: als pop in een losse cocon in de grond
Rode Lijst: niet bedreigd

Zuringspanner
Lythria cruentaria

De zuringspanner is makkelijk herkenbaar dankzij de paarse strepen op zijn voorvleugel. Het is een zeer algemene vlinder die zich vooral ophoudt op duinen, heiden en weg- en spoorbermen. Je ziet ze overdag bij zonnig weer vaak laag over de grond vliegen, maar van zodra de zon even verdwijnt, gaan ze tussen de vegetatie zitten.

 

 

Voedsel volwassen vlinder: wordt niet vaak op bloemen aangetroffen, zou niet veel eten
Waardplanten rupsen: schapenzuring en veldzuring
Vliegt: in twee of drie generaties van eind april tot eind september
Overwintert: als pop
Rode Lijst: niet bedreigd