Een nieuwe veilige oversteek voor de amfibieën van het HOBOS - Bosland
De trek begint
Een bodem temperatuur van meer dan 5 graden, het lengen van de dagen en regenachtig weer zijn de triggers die een amfibie uit zijn winterslaap doen ontwaken. Dan willen zij zo snel mogelijk hun voortplantingsplaatsen opzoeken. Amfibieën kiezen hiervoor de plek waar ze zelf geboren zijn. Niet zelden worden hiervoor grote afstanden afgelegd. Dit geldt vooral voor padden en kikkers. Het leefgebied van de salamanders is meestal dichter bij hun voortplantingsgebied.
Verschillende leefgebieden naargelang het seizoen
Gedurende de wintermaanden verstoppen amfibieën zich in vorstvrije plekjes onder dikke bladerpakketten en boomstronken preferentieel in brede houtkanten of vochtig loofbos.
In het vroege voorjaar trekken de amfibieën naar hun voortplantingsgebied. Het gebied zelf hangt af van soort tot soort, maar het gaat altijd om waterelementen : plassen, poelen, grachten of natte depressies.
Het belangrijkste zomerleefgebied is vochtig en ruig grasland, behalve voor de groene kikker: die blijft in de nabijheid van het voortplantingswater. De meeste andere soorten trekken in de zomer rond.
De meeste verkeersslachtoffers vallen dus op plaatsen waar er wegen tussen de leefgebieden zijn, dat kunnen ook spoorwegen of fietspaden zijn. Er zijn schattingen dat vanaf 7 auto´s per uur er slechts 10 % een oversteek overleeft. Er zijn schattingen dat bij een verlies van 25% een populatie lokaal kan uitsterven.
De dieren sterven niet alleen door overreden te worden, maar ook luchtdrukverplaatsing door voorbijrazend verkeer kan dieren doden. Het is daarom ook belangrijk om de snelheid te matigen in de buurt van de oversteekplaatsen.
Technische oplossingen
Uit de discussie met experten (Natuurpunt) en belanghebbenden (ANB, WVO, Gemeente Pelt, een potentiële aannemer en leverancier) is een tweetal voorkeursscenario´s naar voren gekomen.
Gezien de locatie van de huidige geboortepoel en de complexe wegeninfrastructuur errond, zou op basis van wetenschappelijk onderzoek minstens 8 tunnels (met een lengte van ca. 20 m) moeten worden gebouwd. Daarnaast zou ook 600 m aan geleidingswanden moeten worden voorzien (ca. 450 m langs de Witherendreef en ca. 150 m langsheen de oprit, voor de terugkerende amfibieën). De aanleg van deze zeer dure en ingrijpende herpetofaunavoorziening zou de migratie naar een sterk geïsoleerde voortplantingshabitat voortzetten, hetgeen niet haalbaar wordt geacht op de lange termijn. Dit scenario werd daarom definitief afgeschreven.
Het voorkeurscenario op de korte termijn is het behoud van de huidige poel gecombineerd met vaste en mobiele geleidingswanden. Natuurpunt en vrijwilligers gaan hierbij verder met de jaarlijkse, manuele amfibieënoverzet naar de bestaande poel maar de infrastructuur wordt meer duurzaam gemaakt. Intussen kan dan het plan voor de langere termijn uitgewerkt worden, waarvoor deze wanden toch ook geplaatst zouden moeten worden.
Voor het voorkeursscenario op langere termijn zouden er nieuwe poelen moeten gegraven worden op/nabij de terreinen van ANB waar de amfibieën zich ophouden buiten het voortplantingsseizoen.Dit dient dan gecombineerd te worden met vaste en mobiele geleidingswanden.
Bij voldoende geschikte nieuwe voortplantingslocaties aan de westkant van de Witherendreef, zou op termijn de migratie naar de moeilijk bereikbare poel moeten wegvallen. Voor dit scenario moeten nog wat hindernissen overwonnen worden: toestemming om nieuwe poelen te graven, de grondwatertafel dient voldoende hoog te zijn anders moeten er kunstmatige poelen aangelegd worden, de bestaande trek dient opgevangen te worden en de amfibieën moeten met de hand geleid worden naar de nieuwe poelen. Dit zou een 7 -tal jaar moeten worden volgehouden hetgeen de gemiddelde levensduur van padden, kikkers en salamanders is. Daarna zou de trek naar de bestaande poel moeten stilvallen.
Foto´s: Eddy Conjaerts en Joke Boogaerts