Kleine zoogdieren in beeld dankzij braakballen uit het Hobos

06/10/2025

Het Zoogdierenweekend van 14–17 augustus, georganiseerd door Natuurpunt Studie, het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), BosLAB van Nationaal Park Bosland en de (nog te heroprichten) Zoogdierenwerkgroep Limburg, bracht een twintigtal liefhebbers, kenners en lokale boswachters samen in en rond het Bosmuseum in het Pijnven.
 

Een van de activiteiten tijdens het weekend was het onderzoek van braakballen die werden verzameld in de historische schuur van het Hobos en later onder meer in het Bosmuseum in het Pijnven zijn geanalyseerd.
De braakballen bleken afkomstig van een kerkuil (Tyto alba), een nachtelijke jager die vooral muizen en spitsmuizen eet. Kerkuilen slikken hun prooi in één keer door; onverteerbare delen zoals haren, botjes en tandjes worden in de maag samengeperst tot compacte braakballen, die de uil na enkele uren weer uitbraakt – vaak op een vaste zitplaats zoals een balk in een schuur. Deze braakballen vormen een schat aan informatie over de kleine zoogdieren in de omgeving en maken van de kerkuil een soort ‘natuurlijke veldwerker’.

De resultaten van het hele weekend worden op woensdag 5 november om 19.00 uur gepresenteerd tijdens het Platform Fauna en Flora in De Schans (Hechtel). Iedereen die geïnteresseerd is in zoogdieren en hun leefomgeving in Nationaal Park Bosland is van harte welkom om kennis te maken met de resultaten.

 

Van cijfers naar een verhaal
De analyse van de braakballen – vooral uitgevoerd met de expertise van sporenzoekers Viviane Lootens en Koen Verhoeyen – bracht een rijk muizenmenu aan het licht. Uit de eerste reeks braakballen (15) bleek dat de tweekleurige bosspitsmuis veruit het meest op het menu stond, gevolgd door aardmuizen en bosmuizen. Ook enkele dwergmuizen, huisspitsmuizen, een veldmuis en zelfs een rosse woelmuis werden gevonden. Tot verrassing van de onderzoekers werd ook het schedeltje van een vleermuis aangetroffen, vermoedelijk van een franjestaart.

Een latere analyse van nog eens enkele braakballen (5) toonde een vergelijkbaar beeld, maar met een opvallend aandeel aardmuizen en een ruime vertegenwoordiging van dwergspitsmuizen.
De dominantie van de tweekleurige bosspitsmuis past bij de zandgronden rond het Hobos en bevestigt het typische prooipakket van de kerkuil in en rond oude schuren. Zo tonen de braakballen hoe nauwkeurig de kerkuil het kleine zoogdierleven in het lokale landschap weerspiegelt.

Naast het braakbalonderzoek werd ook op andere manieren naar zoogdieren gekeken: zo leverde het sporenonderzoek verrassend bewijs van een otter op het ecoduct bij Waaltjesbos.
Een grootschalige muizeninventarisatie met zo’n 200 muizenvriendelijke vallen vond plaats in het Pijnven, de Vriesputten, de Veewei en rond het Bosmuseum.
Ook met cameravallen, nachtelijke wandelingen met infraroodkijkers en batdetectoren werden tal van zoogdieren waargenomen. De opgedane kennis en observaties versterken het inzicht in het zoogdierleven van Nationaal Park Bosland.