Nachtzwaluwen in beeld: Michiels onderzoek in het Pijnven, NP Bosland

13/09/2024

In Nationaal Park Bosland, bij het Pijnven, heeft Michiel Lathouwers belangrijk onderzoek verricht naar de Europese nachtzwaluw in het kader van zijn doctoraat. Deze fascinerende vogel, met zijn geheimzinnige roep die door de schemering klinkt, staat onder druk door klimaatverandering en het verlies van geschikte leefgebieden. Michiels studie biedt waardevolle inzichten in hoe deze veranderingen de nachtzwaluw beïnvloeden en levert aanknopingspunten voor de bescherming van deze soort.

Nationaal Park Bosland als onderzoekscentrum
Het onderzoek naar de nachtzwaluw in Bosland begon zo'n 15 jaar geleden, op initiatief van Boswachter Eddy Ulenaers, die destijds Ruben Evens, toen nog student, inschakelde om deze studie op te zetten. Ruben Evens is inmiddels professor geworden en heeft met zijn werk een stevige basis gelegd voor het huidige onderzoek. Sindsdien wordt de nachtzwaluw in Bosland nauwgezet gevolgd en is hij uitgegroeid tot een voorbeeldsoort voor de heidegebieden.
Hoewel de nachtzwaluw sterk verbonden is met heide, zijn ook andere biotopen cruciaal voor zijn overleving. Open bossen en graslanden bieden essentiële voeding, voornamelijk bestaande uit nachtvlinders, kevers en andere insecten.
Een deel van het Bosland wordt door ANB zodanig beheerd dat het de nachtzwaluw een geschikte leefomgeving kan blijven bieden.

Verschuivende seizoenen en verlies van leefgebieden
De nachtzwaluw is een trekvogel die in onze streken broedt en in Congo overwintert. Deze vogels hebben een genetische en ecologische drang om op een bepaald tijdstip naar hun broedgebied te vertrekken, gebaseerd op seizoensgebonden signalen zoals temperatuur en daglengte.
Voedsel is een belangrijke factor in het ontstaan van de trek. Onze winters zijn namelijk ongeschikt voor soorten die van vliegende insecten leven, zoals de nachtzwaluw. Een andere drijfveer is competitie. In regio’s zoals West-Europa zijn er minder soorten dan in de tropen, wat de kans op het vinden van een vrije niche tijdens het broedseizoen vergroot. Zo kan de lange reis resulteren in hoger broedsucces, ondanks de energiekosten.
Maar tegenwoordig is het voor veel trekvogels moeilijker om hun jaarlijkse tocht tot een goed einde te brengen. Als een soort in het overwinteringsgebied niet kan anticiperen op de lente die vroeger aanbreekt door klimaatsverandering, komt ze te laat om jongen groot te brengen wanneer hier het meeste voedsel is. Het voordeel van de langeafstandstrek kan zo dus snel verloren gaan, terwijl de nadelen er niet minder op worden. In tegendeel, als gevolg van urbanisatie of grootschalige landbouw verdwijnen cruciale overwinteringsgebieden en zogenoemde pleisterplaatsen, waar vogels hun tocht onderbreken om terug op krachten te komen, als sneeuw voor de zon.

Koppig, of flexibel?
Langeafstand trekvogels kunnen hun trekroute vaak moeilijk aanpassen aan zulke veranderende omstandigheden. Het onderzoek toont bijvoorbeeld aan dat nachtzwaluwen die met een zendertje opgevolgd worden, allemaal op nagenoeg dezelfde manier naar Centraal-Afrika trekken. Zelfs nachtzwaluwen die in Mongolië broeden blijken naar Afrika te reizen, een jaarlijkse tocht van zo’n 30.000 km, terwijl andere soorten uit die regio gaan overwinteren in het nabij gelegen Zuidoost-Azië. Koppige vogels dus, die nachtzwaluwen.
Bovendien blijkt uit het onderzoek ook dat ze kieskeurig zijn wat hun broedgebied betreft: niet te open, niet te gesloten, wat heide, wat grasland ... Het moet “perfect" zijn. Maar daarnaast blijkt dat, wanneer ze hun broedgebied verlaten om aan hun trek te beginnen, ze hun stricte vereisten al snel laten varen. Ze verkiezen dan namelijk vooral gebieden met diverse types habitat die als een mozaïek over het landschap verdeeld zijn. Zo hoeven ze niet lang op zoek te gaan naar de perfecte plek, maar kunnen ze snel hun energiereserves bijvullen en hun tocht verderzetten.
Ze tonen bovendien ook flexibiliteit in hun migratiestrategie. In minder geschikte gebieden gedragen ze zich als sprinters, en leggen ze tot meer dan 300 km per dag af. In voedselrijke gebieden daarentegen trekken ze verder aan een gezapig tempo, maar maken ze tegelijk ook tijd om hun energiereserves op peil te houden. Ondanks hun conservatieve trekroutes tonen ze dus wel aanpassingsvermogen in gedrag en habitatkeuze.

Hoop voor de toekomst
Het verlies en de versnippering van leefgebieden hebben de migratieroutes en broedplaatsen van de nachtzwaluw ingrijpend veranderd, wat hun overlevingskansen en voortplantingssucces vermindert. Hoewel ze zich aanpassen door variaties in hun migratiestrategieën, is deze flexibiliteit mogelijk niet voldoende om de snelle milieuveranderingen bij te houden.
Toch biedt Michiels onderzoek ook perspectief. Hij benadrukt het belang van het beschermen van essentiële habitats langs de migratieroutes van de nachtzwaluw. Door deze gebieden te behouden en te herstellen, kunnen we bijdragen aan het voortbestaan van de nachtzwaluw en andere trekvogels. Dit vereist internationale samenwerking en een integrale benadering van natuurbehoud, waarbij het Nationaal Park Bosland en het Pijnven een cruciale rol in het onderzoek kunnen blijven spelen.


De nachtzwaluw (Caprimulgus europaeus) is een fascinerende vogel die behoort tot de familie van de nachtzwaluwen (Caprimulgidae). Hier zijn enkele belangrijke kenmerken en informatie over deze soort:
Kenmerken
Uiterlijk: De nachtzwaluw heeft een prachtig schutkleed met een mengeling van bruin, grijs en zwart. Deze kleurstelling zorgt ervoor dat de vogel goed opgaat in zijn omgeving, vooral tijdens zijn rustperiodes op de grond. Ze hebben een relatief grote kop, kleine snavel, en opvallende ogen die goed zijn aangepast aan nachtelijke activiteiten.
Roep: De nachtzwaluw is beroemd om zijn bijzondere roep die een mysterieus en hypnotiserend geluid maakt.
Voeding: Deze vogel voedt zich voornamelijk met vliegende insecten, zoals nachtvlinders, kevers en andere insecten die hij in de lucht vangt. Zijn brede, open snavel helpt bij het vangen van deze prooien tijdens het vliegen.
Gedrag
Actieve uren: Nachtzwaluwen zijn voornamelijk crepusculair en nocturnaal, wat betekent dat ze actief zijn tijdens de schemering en 's nachts. Overdag rusten ze meestal op de grond of in dichte vegetatie, waar hun camouflerende kleuren hen helpen om verborgen te blijven voor predatoren.
Broedgedrag: Tijdens het broedseizoen bouwen nachtzwaluwen geen nesten. In plaats daarvan leggen ze hun eieren op de grond, vaak op een bed van bladeren of gras. De eieren zijn goed camouflerend en dus moeilijk te vinden.