Nationaal Park Bosland: lessen over droogte en boomkeuze
Opeenvolgende droge zomers zetten jonge bosaanplantingen in Nationaal Park Bosland onder zware druk. In een grootschalig internationaal onderzoek binnen het TreeDivNet-netwerk is nagegaan hoe jonge bossen in Europa reageren op meerjarige droogte.
De studie combineert gegevens uit meerdere experimentele bossen, waaronder de Belgische FORBIO-sites (waarvan er één in het Pijnven ligt), en toont aan dat niet het aantal soorten maar wel hun droogtetolerantie bepaalt hoe goed bomen droogteperiodes doorstaan en herstellen.
Wintereik en grove den bleken bijzonder veerkrachtig en herstelden snel na de natte zomer van 2021, die volgde op de droge jaren 2018-2020.
Mengbossen bieden dus niet altijd extra bescherming, maar de juiste soortkeuze wél — een belangrijke les voor het bosbeheer in een steeds droger wordend Noord-Limburg.
Dat betekent niet dat mengbossen minder waardevol zijn: voor biodiversiteit, bodemprocessen en plaagweerbaarheid bieden ze vaak aanzienlijke voordelen. Voor droogtebestendigheid blijft echter vooral de functionele soortkeuze doorslaggevend.
Het FORBIO-experiment (FORest BIOdiversity) is een langlopend wetenschappelijk project waarin bossen met verschillende mengingen van boomsoorten zijn aangelegd om te onderzoeken hoe biodiversiteit het functioneren van bossen beïnvloedt. In België liggen drie FORBIO-sites: Hechtel-Eksel (op zandgrond in Nationaal Park Bosland), Zedelgem (op lemige zandgrond) en Gedinne (op leembodem). Elke site bevat zowel monoculturen als mengingen van soorten.
FORBIO maakt deel uit van TreeDivNet (Tree Diversity Network), een wereldwijd netwerk van boomdiversiteitsexperimenten dat vergelijkende analyses in uiteenlopende klimaatzones mogelijk maakt. Dankzij deze internationale samenwerking kunnen lokale bevindingen – zoals die in Nationaal Park Bosland – worden getoetst aan resultaten elders in Europa en daarbuiten.
De voorbije jaren kregen onze bossen stevige klappen door opeenvolgende droge zomers. Onderzoekers van de Universiteit Gent, KU Leuven en internationale partners onderzochten daarom hoe jonge gemengde bossen in Europa – waaronder de drie Belgische FORBIO-sites – reageren op meerjarige droogteperioden. Hun resultaten, gepubliceerd in Global Change Biology (Serrano-León et al., 2025), bieden waardevolle inzichten voor het bosbeheer in Nationaal Park Bosland.
Hoe werd dit onderzocht?
De onderzoekers analyseerden jaarlijkse stamdiametermetingen in de FORBIO-plots in Hechtel-Eksel, Zedelgem en Gedinne, aangevuld met gegevens van andere TreeDivNet-sites. Door de groei in de droge jaren (2018-2020) te vergelijken met die in normale jaren, en vervolgens te kijken naar het herstel in het natte jaar 2021, konden ze bepalen welke soorten droogte het best weerstonden. Met statistische modellen vergeleken ze bovendien monoculturen en mengbossen en koppelden ze groeipatronen aan functionele eigenschappen, zoals hydraulische veiligheid en wortel- of bladstrategieën.
Wat betekent “hydraulische veiligheid”?
Hydraulische veiligheid verwijst naar het vermogen van een boom om zijn watertoevoer via de houtvaten op peil te houden tijdens droogte. Wanneer de bodem uitdroogt en de zuigkracht in de vaten te hoog oploopt, kunnen luchtbellen (cavitatie) ontstaan, waardoor de sapstroom stokt en takken of zelfs de hele boom kunnen afsterven. Soorten met een hoge hydraulische veiligheid – zoals wintereik en grove den – sluiten bij droogte sneller hun huidmondjes om waterverlies te beperken. Ze groeien dan wel trager, maar voorkomen blijvende schade.
Diversiteit beschermt niet altijd
Vaak wordt aangenomen dat mengbossen automatisch beter bestand zijn tegen droogte. De studie nuanceert dat:
- In een enkel droog jaar bepaalde vooral de droogtetolerantie van de soort de prestaties: eik en grove den deden het beter dan droogtegevoelige soorten zoals beuk en esdoorn.
- Bij opeenvolgende droge jaren (2018-2020) werd het effect van menging sterker, maar verschilde het van locatie tot locatie: soms positief (buffering), soms negatief (meer concurrentie om water).
Zomer- versus wintereik
De drie Belgische FORBIO-sites gebruiken verschillende eikensoorten:
- Hechtel-Eksel: wintereik (Quercus petraea)
- Zedelgem en Gedinne: zomereik (Quercus robur)
Beide zijn relatief droogtetolerant, maar hanteren een andere strategie:
- Wintereik speelt op veilig: sluit sneller huidmondjes, groeit tijdelijk minder, maar voorkomt schade en herstelt snel zodra de omstandigheden verbeteren.
- Zomereik blijft langer doorgroeien tijdens droogte, wat op korte termijn gunstig is, maar bij aanhoudende droogte risicovoller.
Wat zagen we in Hechtel-Eksel?
In het FORBIO-bos in Hechtel-Eksel, in het hart van Nationaal Park Bosland:
- bood menging geen bijkomende bescherming, maar ook geen extra nadeel.
- bleek soortkeuze cruciaal: wintereik en grove den herstelden het best in 2021.
Lessen voor bosbeheer
Voor het bosbeheer in Nationaal Park Bosland betekent dit:
- Kies boomsoorten met bewezen droogtetolerantie (wintereik, grove den) als ruggengraat van nieuwe aanplantingen.
- Mengbossen zijn waardevol, maar alleen een menging van functioneel geschikte soorten helpt tegen droogte.
- Beheer moet rekening houden met meerjarige droogte, niet enkel met losse droge zomers.
- Monitoring van groei en herstel blijft essentieel om tijdig bij te sturen.
Het volledige onderzoek:
Serrano-León, H. et al. (2025). Multiyear drought strengthens positive and negative functional diversity effects on tree growth response. Global Change Biology, 31:e70394.