Onderzoek naar boomsoortenrijkdom onthult verrassende effecten op bosstructuur
In het kader van haar doctoraatsonderzoek aan de Universiteit Gent heeft Mengxi Wang de effecten van boomsoortendiversiteit op de verticale structuur van jonge aangeplante bossen bestudeerd. Dit onderzoek vond plaats binnen het FORBIO-experiment, dat deel uitmaakt van het grootste netwerk voor boomdiversiteitsexperimenten, TreeDivNet. Dit netwerk richt zich op het begrijpen van de relatie tussen boomdiversiteit en ecosysteemfuncties in jonge aangeplante bossen. Een deel van het onderzoek vond plaats in het Nationaal Park Bosland, evenals op locaties in Zedelgem en Gedinne.
Met behulp van terrestrische laserscantechnologie (TLS) analyseerde Wang de driedimensionale structuur van bosopstanden op deze drie locaties. Hierbij werden monoculturen vergeleken met mengsels van twee, drie en vier boomsoorten.
Boomsoortenrijkdom maakt bosstructuren complexer
Het onderzoek leverde verrassende resultaten op. Hoewel verwacht werd dat een grotere diversiteit aan boomsoorten zou leiden tot complexere bosstructuren, bleek dit niet altijd het geval. Boomsoortendiversiteit had slechts een beperkte invloed op de meeste gemeten structurele variabelen. Enkel de hoogte van het bladerdak en de diversiteit in bladerhoogte werden significant beïnvloed door het aantal boomsoorten. Daarentegen speelde de identiteit van specifieke boomsoorten, zoals berk en lariks, een veel belangrijkere rol in de vorming van de verticale structuur. Deze snelgroeiende soorten zorgden voor een grotere verticale diversiteit, vooral wanneer zij gecombineerd werden met langzamer groeiende soorten.
Wang ontdekte ook dat de interacties tussen verschillende boomsoorten sterk varieerden, afhankelijk van de locatie en het soortenmengsel. In Zedelgem leidde de combinatie van berk met andere soorten tot een toename van de verticale diversiteit, terwijl in Hechtel-Eksel de interactie tussen berk en douglasspar een negatieve invloed had op de bosstructuur.
Wat betekent dit voor bosbeheer?
Dit onderzoek benadrukt dat bosbeheerders niet alleen moeten focussen op soortenrijkdom bij het aanplanten van bossen, maar eerder op de specifieke boomsoorten en hun interacties. De soortkeuze heeft een directe invloed op zowel de productiviteit als de complexiteit van het bos. Op sommige locaties kan het mengen van snelgroeiende pionierssoorten met schaduwtolerante soorten, zoals berk, eik en linde, bijdragen aan een robuustere en meer diverse bosstructuur.
Voor bosgebieden zoals Bosland kan het aanplanten van mengsels met soorten zoals berk en lariks leiden tot complexere en veerkrachtigere bosstructuren. Deze bevindingen bieden waardevolle inzichten voor het ontwerpen van aanplantstrategieën die gericht zijn op het verbeteren van biodiversiteit en het ontwikkelen van duurzame bossen.
Meer info