Op kruistocht tegen de Westerse Karmozijnbes in de omgeving van de Lommelse Sahara

20/06/2022

De bestrijding van deze invasieve exoot is zeer actueel in Lommel, waar diverse besmettingshaarden aangetroffen zijn. Idealiter zouden ze verwijderd moeten worden voor ze opnieuw bessen vormen. Onder andere met de hulp van  vogels, die de bessen eten en de zaden (tot 25000 per plant) elders achterlaten, lukt het de soort om snel uit te breiden.  Boswachter Bert Geeraerts leidt deze intensieve bestrijding die samen met arbeiders van de Winning uitgevoerd wordt.

Westerse Karmozijnbes is een overblijvende plant die 1 tot 2 m hoog kan worden en opvallende grote, elliptische tot eironde lancetvormige bladeren met een toegespitste top heeft.
De bloemaren bloeien vanaf juli tot september, eerst wit en dan rozerood. De 10 vruchtbeginsels zijn vergroeid. De vruchtdragende trossen gaan overhangen door het gewicht van de zwarte purperen bessen. In Europese bronnen wordt de giftigheid van de plant vaak wat geminimaliseerd, en worden hooguit de pitten en de wortels als giftig beschreven.
Amerikaanse bronnen daarentegen beschrijven de plant vaak als ‘wellicht onveilig’ voor wat de uiterst jonge scheuten betreft, tot ‘zeer giftig’ wat de rest van de plant aangaat.

Exoot in wording
In België staat de plant op de alarmlijst van invasieve exoten. Dit betekent dat de soort al op verschillende plaatsen in België voorkomt  en aanzienlijk aan het uitbreiden is (voorkomen zie heat map bron: https://waarnemingen.be/). De Westerse Karmozijnbes kan een dichte ondergroei vormen in bossen en daardoor de inheemse vegetatie wegconcurreren. De  plant produceert toxische stoffen die zijn concurrentiekracht verhogen. 
Hoewel de plant initieel een eerder trage bezettingsfase laat vermoeden kan dit snel veranderen en kunnen er binnen enkele jaren na vestiging grotere oppervlakten ingenomen worden. Hoe lang deze zaden kiemkrachtig zijn is nog onbekend, feit is dat vaak onder uitgetrokken exemplaren al na korte tijd zaailingen terug te vinden zijn.


Bestrijding
Jonge exemplaren kan je betrekkelijk eenvoudig uittrekken. Voor iets grotere exemplaren kan je best een plantspade gebruiken zodat zoveel mogelijk wortels van de plant meegenomen worden. Bij bessen dragende exemplaren moet je om de bestrijding effectief te maken, de bessen afknippen en apart verzamelen in een plastic zak. Bij voorkeur voor ze rijp zijn zodat de vogels ze niet kunnen verspreiden. Deze bessen worden het best niet met ander groenafval vermengd en apart verbrand.
Het is aan te raden om uitgetrokken planten op hopen te verzamelen, zodat de nacontrole efficiënter kan en je eventueel aanwezige zaailingen -die toch tot ontwikkeling komen- beter kan opmerken. Het bestrijdingsteam heeft vastgesteld dat bij uitgetrokken exemplaren, die nog onrijpe bessen dragen, deze verder rijpen aan de plant, indien ze over voldoende zonlicht beschikken. Het apart verwijderen van de bessen is dus niet overbodig!