Reptielenplaten helpen het voorkomen van de gladde slang in Bosland in kaart te brengen
De gladde slang (Coronella austriaca) is een niet-giftige slang uit de familie toornslangachtigen
Naast de adder en de ringslang is het een van de drie soorten slangen die voorkomt in Belgiƫ. De belangrijkste onderscheidende kenmerken zijn de vrij uniforme bruine tot grijsbruine kleur, de gladde schubben, de donkere vlekkenrijen op de rug en staart, de eivormige kop met een spatelvormige snuit, gele ogen en een ronde pupil. De gladde slang is dag-actief maar leidt over het algemeen een verborgen leven. De grootste kans om ze te zien is op niet al te zonnige dagen.
Habitat
De gladde slang houdt van structuur in het landschap zoals bulten, kuilen, holen en gaten in het bodemoppervlak. Preferentieel is dat in droge gebieden met lage begroeiing waar de zon goed aan kan: heide, bosranden en kalkgraslanden.
Gerichte beheerswerken
Door plaatselijk zeer dichte bebossing weg te halen en om te vormen naar de oorspronkelijke heide en graslanden, werd het aantal mogelijke habitats verhoogd in Bosland. Deze plekken worden verbonden via open corridors, hetgeen de kans vergroot dat de slangengenenpoel gevarieerd kan blijven: zo wordt de kans op inteelt verlaagd.
Maaisel- en takkenhopen als restproduct van beheerswerken zijn belangrijk als zonneplek voor de gladde slang. In de winterperiode zijn deze hopen dan weer zeer geschikt als overwinteringsplek.
Reptielenplaten
De plaatsing van reptielenplaten in de buurt van de maaiselhopen is ideaal voor reptieleninventarisaties. Reptielenplaten zijn platen die enerzijds snel opwarmen door het zonlicht en anderzijds een aangenaam en veilig onderkomen vormen voor reptielen zoals de gladde slang.