Trekt diversiteit diversiteit aan?

10/10/2022

Zwammen en meer bepaald ectomycorrhiza-zwammen zijn belangrijke organismen in elk bos. Zij leven in symbiose met boomwortels. Het grote ondergrondse netwerk van zwammen levert water en mineralen aan de bomen in ruil voor suikers, die ze zelf niet kunnen aanmaken want ze doen niet aan bladgroensynthese.
Voor het behalen van zijn masterdiploma Biologie deed Joris De Clercq, onder leiding van professoren Annemieke Verbeken en Kris Verheyen, een onderzoek naar de biodiversiteit van ectomycorrhiza-zwammen in de mono- en polyculturen van jonge bomen op de Forbio-site in Hechtel-Eksel.
Hij ging na of de diversiteit van de jonge bomen ook voor diversiteit van de zwammen zorgt. Hiervoor inventariseerde hij systematisch de bovengrondse vruchtlichamen (paddenstoelen) in het najaar van 2021. 

Onderzoek Joris
Het veldwerk bestond uit 10 dagen verspreid over de vier maanden (augustus-november, 2021). Elke maand werd elk perceel eenmaal bemonsterd tussen de 11e en 23e dag van de maand. In deze vier maanden werden 47 verschillende soorten gevonden, behorende tot 16 geslachten en 13 verschillende families. 

Van de 47 geïdentificeerde ectomycorrhiza-soorten, waren er 14 specialistische en 33 generalistische soorten. De samenstelling van de soorten bleek verrassend. Zo werden o.a. de geslachten Inocybe (Vezelkoppen), Lactarius (Melkzwammen), Russula en Suillus (o.a. boleten) teruggevonden. Van deze vier worden alleen Inocybe-soorten als vroege successie (of jong bos) zwammen gezien. Suillus wordt aanzien als een geslacht dat in een jong tot halfvolgroeid bos voorkomt , terwijl Lactarius en Russula typisch soorten omvatten waarvan wordt aangenomen dat ze voornamelijk in volgroeide bossen voorkomen. Een mogelijke verklaring hiervoor is de aanwezigheid van een oud, gevestigd bos rondom de site.

Binnen deze 47 soorten zijn er ook enkele zeldzaam of bedreigd in België. Grijsbruine Russula (R. plumbeobrunnea) is een soort die pas in 2010 beschreven werd en vaak verward wordt met Berijpte Russula (R. parazurea). Deze nieuwkomer werd meerdere malen gevonden tijdens de bemonstering in Hechtel-Eksel. Goed nieuws ook voor Roze spijkerzwam (Gomphidius roseus), die in overvloed werd gevonden op de proeflocatie. Hetzelfde geldt voor Bruine ringboleet (Suillus luteus), Dennenslijmkop (Hygrophorus hypothejus) en Donkere kokosmelkzwam (Lactarius mammosus). Met deze vier soorten gaat het momenteel niet goed, toch werden ze in veelvoud gevonden in de percelen van het proefbos. Fijnschubbige boleet (Suillus variegatus), een andere soort die onder druk staat, werd ook gevonden. Hoewel maar één keer en slechts één vruchtlichaam, is het nog steeds een teken dat het mycelium aanwezig is in de bodem van Het Pijnven.


Deze masterthesis kan gezien worden als een opstap naar diepgaander onderzoek, waarbij niet alleen de soorten met  bovengrondse vruchtlichamen (paddenstoelen) tijdens de onderzochte periode meegenomen worden, maar ook het ondergrondse netwerk en de bodem. De vorming van de vruchtlichamen is immers ook afhankelijk van o.a. de weersomstandigheden.

Voor meer informatie mail naar info@boslab.be

Foto´s: Joris De Clercq


Achtergrondinfo
Samenwerking met zwammen is van groot belang voor een boom.  Mycorrhiza is een positieve samenwerking tussen een zwam en een plant, waarbij beide partners voordeel hebben. Bij bomen komt een type mycorrhiza dat we aanduiden als ectomycorrhiza vaak voor waarbij de wortels echt worden ingepakt door een manteltje van zwamweefsel en dus ook uitwendig veranderen. De plant, in dit geval een boom, profiteert van de zwam voor haar nutriënten- en vochtvoorziening. Dit betekent voor de boom niet per se een hogere bovengrondse productie maar eerder een betere mogelijkheid om ongunstige omstandigheden, zoals droogte,  te overleven. De zwam is afhankelijk van de fotosynthetiserende partner (de boom) voor zijn koolhydraten en dus zijn energievoorziening.
Mycorrhiza-vormende zwammen bezitten een uitgebreid netwerk van zwamdraden (hyfen) in de bodem, waardoor hun exploitatievermogen veel groter is dan dat van de boom via zijn wortels. Vooral bij voedingsstoffen die weinig mobiel zijn, zoals fosfaat, is een vergroting van het toegankelijke bodemvolume zeer belangrijk, omdat er rond de boomwortel een uitputtingszone kan ontstaan.
Naast vergroting van het toegankelijke bodemvolume draagt de aanwezigheid van mycorrhiza ook bij tot de bescherming tegen wortelpathogenen, zware metalen en aluminium.


Paddenstoelen van ectomycorrhizavormende zwammen
De meeste ectomycorrhizazwammen vormen paddenstoelen. De specificiteit van de soorten verschilt sterk. Sommige soorten associëren slechts met één boomsoort, terwijl andere veel minder kieskeurig zijn en zich met een groot aantal boomsoorten verbinden. Ook kunnen mycorrhiza diverse specialisaties hebben: sommige soorten spelen een grote rol bij de opname en het transport van water of bij de opname van fosfaat, en weer andere bij de bescherming tegen pathogenen. Het gaat dus niet alleen om de kwantiteit van de mycorrhiza ‘s (aantallen, aantal mycorrhiza ‘s per cm wortel), maar ook om de kwaliteit en de diversiteit.


Achtergrond FORBIO
FORBIO (FORest BIOdiversity and Ecosystem Functioning) -gestart in 2012 in Bosland, in 2009 op de 2 andere sites- is een experiment op meerdere locaties dat onderdeel uitmaakt van een groter internationaal netwerk van een 50-tal boomdiversiteitsexperimenten, TreeDivNet (www.treedivnet.ugent.be). Doelstelling van het FORBIO experiment was het opzetten van een ‘state of the art’, langetermijnexperiment dat zal toelaten om op ondubbelzinnige wijze uitspraken te doen over de impact van boomsoortendiversiteit op het functioneren van bosecosystemen.
De FORBIO studie in België repliceert een ontwerp op drie locaties, die contrasteren wat betreft de geschiedenis van het gebied. Eén locatie is een voormalig landbouwgebied (Zedelgem), de twee andere sites zijn voormalige bosaanplantingen (Gedinne en Bosland in Hechtel-Eksel). Op de Bosland-site werden alle stronken verwijderd en werd de bodem grondig bewerkt. Elke site is (her)bebost met vijf verschillende boomsoorten die functioneel goed zijn aangepast aan de lokale omgeving en van belang zijn voor het bosbeheer in België.