Zwammen versterken de jonge FORBIO bossen van Bosland door samenwerking met de boomwortels

07/03/2022

Samenwerking met zwammen is  van groot belang voor een boom
Mycorrhiza is een positieve samenwerking tussen een zwam en een plant, waarbij beide partners voordeel hebben. Bij bomen komt een type mycorrhiza voor dat we aanduiden als ectomycorrhiza omdat de wortels hier echt worden ingepakt door een manteltje van zwamweefsel en dus ook uitwendig veranderen. De plant, in dit geval een boom, profiteert van de zwam voor haar nutriënten- en vochtvoorziening. Dit betekent voor de boom niet automatisch een hogere bovengrondse productie maar eerder een betere mogelijkheid om ongunstige omstandigheden, zoals droogte,  te overleven. De zwam is afhankelijk van de foto synthetiserende partner (de boom) voor zijn koolhydraten en dus zijn energievoorziening.
Mycorrhiza-vormende zwammen bezitten een uitgebreid netwerk van schimmeldraden in de bodem, waardoor hun exploitatievermogen veel groter is dan dat van de boom via zijn wortels. Vooral bij voedingsstoffen die weinig mobiel zijn, zoals fosfaat en ammonium, is een vergroting van het toegankelijke bodem volume zeer belangrijk, omdat er rond de boomwortel een uitputtingszone kan ontstaan.
Naast vergroting van het toegankelijke bodemvolume draagt de aanwezigheid van mycorrhiza ook bij tot de bescherming tegen wortelpathogenen, zware metalen en aluminium.

Paddenstoelen van ectomycorrhiza vormende zwammen
De meeste ectomycorrhiza zwammen vormen paddenstoelen. De specificiteit van de soorten verschilt sterk. Sommige soorten vormen slechts mycorrhiza met één boomsoort, terwijl andere veel minder kieskeurig zijn en met een groot aantal boomsoorten mycorrhiza vormen. Ook kunnen mycorrhiza diverse specialisaties hebben: sommige soorten spelen een grote rol bij de opname en het transport van water of bij de opname van fosfaat, en weer andere bij de bescherming tegen pathogenen. Het gaat dus niet alleen om de kwantiteit van de mycorrhiza ‘s (aantallen, aantal mycorrhiza ‘s per cm wortel), maar ook om de kwaliteit en de diversiteit.

Onderzoek Joris de Clercq
Joris ging op zoek naar paddenstoelen in de verschillende vakken op de FORBIO-site. Deze vakken bestaan telkens uit 1, 2, 3 of 4 verschillende boomsoorten. De bedoeling is om te kijken hoe de biodiversiteit van de zwammen varieert met het aantal boomsoorten in de boomvakken. Het is namelijk bekend dat de boomsoort, de leeftijd van de boom, het klimaat en de bodemsamenstelling een invloed hebben op soortensamenstelling aan zwammen.
Verder wil hij ook onderzoeken of er een verband is tussen de specialisatie graad van de zwammen en de biodiversiteit van de bomen. Dit houdt in dat hij wil vergelijken of er een verschil is in aantal en relatieve aanwezigheid van gespecialiseerde tegenover generalistische ectomycorrhiza zwammen afhankelijk van het aantal boomsoorten in een vak. Een specialist is een zwam die 1 tot 3 specifieke boomsoorten nodig heeft. Een generalist heef geen specifieke gastheersoorten nodig, maar kan wel een voorkeursbodem, of voorkeurssamenstelling (naald-, loof of gemengd bos) van bomen hebben. Er zijn in de FORBIO bossen 40 vakken en in totaal 5 soorten bomen. Elke maand werden alle vakken doorzocht op paddenstoelen. Deze werden dan in het labo van de onderzoeksgroep mycologie aan Universiteit Gent gedetermineerd.

Achtergrond FORBIO
FORBIO (FORest BIOdiversity and Ecosystem Functioning) -gestart in 2012 in Bosland, in 2009 op de 2 andere sites- is een experiment op meerdere locaties dat onderdeel uitmaakt van een groter internationaal netwerk van boomdiversiteitsexperimenten, TreeDivNet (2016). Doelstelling van het FORBIO experiment was het opzetten van een ‘state of the art’, lange termijn experiment dat zal toelaten om op ondubbelzinnige wijze uitspraken te doen over de impact van boomsoortendiversiteit op het functioneren van bosecosystemen. Bomen hebben een sterke invloed op de chemische eigenschappen van de bodem waarin ze groeien. Het aanleggen van plantages met verschillende combinaties van boomsoorten leidt dus mogelijk tot divergentie in de bodemchemie.
De FORBIO studie in België repliceert een ontwerp op drie locaties, die contrasteren wat betreft de geschiedenis van het gebied. Eén locatie is een voormalig landbouwgebied (Zedelgem), de twee andere sites zijn voormalige bosaanplantingen (Gedinne en Bosland in Hechtel-Eksel). Op de Bosland site werden alle stronken verwijderd en de bodem werd grondig bewerkt. De sites werden niet bemest tijdens of na de site voorbereiding. Elke site is (her)bebost met vijf verschillende boomsoorten die functioneel goed zijn aangepast aan de lokale omgeving en van belang zijn voor het bosbeheer in België.