Bossen

Een groot deel van de oppervlakte van Bosland bestaat uit bossen. Vooral naaldbossen, maar ook enkele gemengde bossen. De naaldbossen van Bosland en omgeving werden eind 19de – begin 20ste eeuw aangeplant in functie van de mijnbouw. Deze eenvormige, massieve boscomplexen, die zo’n honderd jaar geleden de plaats van de heide innamen, worden nu stelselmatig omgevormd naar meer diverse bossen.

Het centrale bosmassief van Bosland is het Pijnven. Toen de gemeente Eksel dit gebied in 1904 aan de Belgische staat verkocht, bestond het uit heide en landduinen. De overheid bewerkte de woeste heidegronden  met stoomtractoren en stoom- en handploegen en plantte er massaal naaldbomen aan, waarvan het hout gebruikt werd om de mijngangen te stutten.

Een van de grote roofdieren die je hier vindt, is de havik. Uitgestrekte bossen vormen zijn favoriete onderkomen. Daarnaast vind je in de bossen van Bosland ook heel wat reeën, everzwijnen, eekhoorns, vleermuizen, uilen, en noem maar op. De zwarte specht en de nachtzwaluw, adoptiesoort van de gemeente Hechtel-Eksel, zijn hier kind aan huis. Het is een geschikte plek voor wie de rode bosmier wil bestuderen. Naaldbossen op arme zandgrond zijn ook een ideaal onderkomen voor bosbessen.

Gemengde bossen vind je onder andere aan In den Brand in Hechtel-Eksel, waar je vooral berk en eik vindt. Het 100 ha grote wandelbos Holven in Overpelt bestaat dan weer vooral uit naaldbomen.