Onderzoek naar weerstand tegen de Varroamijt bij Zwarte bijenvolken in Bosland

26/09/2022

Bijen zijn belangrijk voor de bestuiving van vele plantensoorten, zo ook van gewassen die we eten: zonder bestuiving geen bevruchting en dus geen fruit en groenten …

We kennen in ons land ongeveer 350 verschillende soorten bijen, onderverdeeld in drie groepen: honingbijen, solitaire bijen en hommels. De zwarte bij is hierbij de enige autochtone honingbij.

De varroamijt is een van de grootste bedreigingen voor de honingbij. Daarom wordt bij een 42-tal verschillende volken van onze zwarte bij in Bosland nagegaan in welke mate de zwarte bijen gedrag vertonen dat een aanwijzing zou kunnen zijn voor verhoogde weerstand tegen deze mijt. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het ‘RECSMR Project’ en valt binnen het programma ‘Toegepast onderzoek’ van het Vlaams Bijenteeltprogramma 2020 - 2022. Het is een monitoringsproject dat wordt uitgevoerd door het onderzoeksteam van de vzw Zwartebij.org in samenwerking met de KU Leuven.

De varroamijt, afkomstig uit Azië, is een ectoparasiet van de honingbij. Doordat zij vele bijen en larfjes aanprikt om zich te kunnen voeden, kan zij heel makkelijk virussen overdragen. Deze virussen kunnen bij een hoge infectiegraad de sterfte van een bijenvolk tot gevolg hebben. Verspreid over Europa zijn er enkele kleine populaties honingbijen die via natuurlijke selectie verschillende strategieën ontwikkeld hebben om het aantal varroamijten in een bijenvolk onder controle te houden. Naast bv. een verhoogd zwermgedrag of het uitblijven van sterke volksgroei, zijn er ook bijenvolken die specifiek hygiënisch gedrag ontwikkeld hebben. Zo kunnen ze broedcellen met zieke larven beter detecteren om vervolgens op te ruimen.


Onderzoek in Bosland
Het onderzoeksteam van ZwarteBij.org en Sofie De Groef (postdoc KU Leuven, Lab of Behavioural and Developmental Biology) onderzochten in augustus het hygiënisch gedrag van de bijenvolken in Bosland. Dit deden zij door een deel broed, dat specifiek 15 dagen oud was, met vloeibare stikstof te bevriezen. Vervolgens werd op 3, 6 en 9 uur na de bevriezing telkens gekeken hoe effectief de werksters het gedode broed detecteerden. Daartoe werden er telkens foto´s genomen van de situatie om nadien de effectiviteit nauwkeurig te kunnen beoordelen en de resultaten te verwerken. Opvallend was dat de Zwarte Bijen, ondanks de hitte en de serieuze verstoring van de volken (4 keer binnen de 12 uur), toch steeds rustig bleven.