Vernieuwde vlindermonitoringsroute creëert info voor optimaal beheer

05/09/2022

Omdat vlinders snel reageren op veranderingen in hun omgeving, zijn ze ideaal om te onderzoeken hoe het gevoerde beheer en het veranderend klimaat van invloed zijn op de biodiversiteit.  Hiervoor is er actuele informatie nodig over de dagvlinderstand. Recent werd daarom in samenwerking met  boswachter Bert Geraerts de vlindermonitoringsroute in de Vriesput (Lommel) en het Hobos (Pelt) vernieuwd door arbeiders van agentschap Natuur en Bos.


Het monitoren wordt gedaan door vrijwilligers, die hun output leveren aan het meetnet dagvlinders (ontwikkeld door het INBO in samenwerking met Natuurpunt).  Daarnaast worden de gegevens door de  boswachters gebruikt om de gebieden optimaal te beheren voor het behoud van de aanwezige soorten. Er wordt ook onderzocht hoe met beheer een gunstige omgeving ingericht kan worden voor andere soorten, zoals de zeer zeldzame kommavlinder, die in Lommel nog voorkomt. Op termijn hoopt ANB ook in de rest van Bosland grote en stabiele populaties te laten ontwikkelen.


Kommavlinder
De kommavlinder is een dagvlinder – familie van dikkopjes, die vrij goed herkenbaar is door de kommavormige tekening op de vleugels. Het is een soort van de droge heide, net zoals de heivlinder. Daar waar de heivlinder dit jaar op redelijk wat plaatsen waar te nemen is, is dat niet zo voor de zeer zeldzame kommavlinder. De situatie van vlinders op de heide is in het algemeen niet rooskleurig, hoe mooi paars de heide ook kleurt. Een belangrijke oorzaak van die achteruitgang is het verdwijnen van voldoende bloemrijke terreinen, waar de vlinder nectar kan vinden


De lokale omstandigheden moeten aan redelijk wat eisen voldoen: het is niet alleen de vlinder die voldoende voedsel moet vinden. Ook de ei-afzetmogelijkheden en de rups hebben hun vereisten om de soort goed te kunnen laten overleven. Kleinschalig plaggen om open grond te creëren in de buurt van de waardplanten kan het aantal geschikte ei-afzetplanten aanzienlijk verhogen. Waardplanten zijn vooral kleine plukken alleenstaand schapengras, ook andere zwenkgrassen, buntgras en struisgras zijn geschikt. Kleine grazers zoals konijnen hebben hierbij een positieve invloed, ze grazen de vegetatie kort en houden het gebied open.


Nectarplanten zijn o.a. Struikhei, Jakobskruiskruid, Boerenwormkruid, Koninginnenkruid, Watermunt, Slangenkruid en Knoopkruid. De vlinders zijn weinig mobiel, dus de afstand tussen  de  nectarplanten en de open, schrale plekken voor het afzetten van de eitjes mag niet te groot zijn. Nectar is de brandstof voor de vlinders. De aanwezigheid van voldoende plekken met geschikte nectarplanten zorgt er voor dat de soort in staat is om langere afstanden af te leggen en zo maakt ze ook meer kans maakt om andere geschikte gebieden te koloniseren.

Meetnetten
In 2016 ging het project 'meetnetten' van start. Dit is een project rond de monitoring van Europees belangrijke en beleidsrelevante soorten voor Vlaanderen. Natuurpunt Studie coördineert het veldwerk dat door vrijwilligers wordt uitgevoerd, het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek (INBO) zorgt voor de analyses, en dit alles in opdracht van de Vlaamse overheid (Natuur en Bos). De eerste campagne van vijf jaar (2016-2020) werd als zeer succesvol geëvalueerd. Daardoor wordt het project voortgezet met een tweede campagne van vijf jaar (2021-2025), hetgeen later nog verlengd kan worden.